12 oktober 2023

Voor het Leids Nieuwsblad van vandaag heeft Manon Renken een column geschreven over:

DE BIERBEZORGSERVICE

Tijdens zijn tussenjaar werd het duidelijk. Zodra het kan, is hij weg. Onze oudste. Met zijn diploma op zak en een kleine wereldreis wijzer, popelde hij om op kamers te gaan en met zijn studie te starten. En wat een mazzel, na de zomer zou er een appartement vrij komen. In hartje Leiden, heel toevallig boven mijn stamcafé. Te delen met zijn beste vrienden die hij sinds de kleuterklas kent. “Hoe zullen we dit financieel aanpakken”, vroeg hij ons. Tja, hoe zit dat met jongeren en de kosten van hun studie- en levensonderhoud?

Soms worden wij door jongeren benaderd met de vraag of zij recht hebben op alimentatie als zij gaan studeren. Ook ouders bellen ons, met de vraag hoe lang zij nog alimentatie voor hun kinderen moeten betalen. Soms leidt een dergelijke vraag tot een rechtszaak. Dan komt een kind tegenover de ouders te staan in de rechtszaal. Dat zijn trieste zaken, want kinderen willen natuurlijk niet tegen hun ouders procederen.

De wet is op dit punt vrij duidelijk. De onderhoudsverplichting van ouders stopt pas op de 21e verjaardag van hun kind. Tot die tijd mogen kinderen ook in financieel opzicht op hun ouders rekenen. Slechts in bijzondere situaties matigt de rechter de onderhoudsverplichting van een ouder. Het gaat dan om situaties waar de jongmeerderjarige zich zodanig misdraagt, dat het niet redelijk is om van de ouders te verwachten dat zij in de kosten van hun kind bijdragen. Dit is niet snel aan de orde. Het enkel weigeren van contact met de vader of de moeder of het laten wijzigen van de achternaam is geen reden voor matiging. Het meerdere malen uiten van doodsbedreigingen aan het adres van een ouder werd bijvoorbeeld wél als een dergelijke misdraging gezien door de rechter.

Met welk bedrag een ouder moet bijdragen, hangt van de factoren ‘behoefte’ en ‘draagkracht’ af. Studenten ontvangen sinds dit studiejaar weer een studiebeurs en kunnen aanspraak maken op de zorgtoeslag. Daar staat tegenover dat ze collegegeld moeten betalen en hun premies ziektekostenverzekering. De overheid heeft richtlijnen bepaald, die de behoefte van jongmeerderjarigen bepalen. Die zijn gebaseerd op de WSF-norm (Wet Studiefinanciering). Afhankelijk van het studieniveau volgt daar een normbedrag uit dat benodigd is voor de maandelijkse kosten van studie en levensonderhoud. De draagkracht van de ouder bepaalt vervolgens of een financiële bijdrage ook daadwerkelijk tot de mogelijkheden behoort. Ouders zijn niet verplicht meer bij te dragen dan het normbedrag.

Wij maakten met onze oudste een financieel plaatje. Wat komt erin, hoeveel kan hij naast zijn studie werken en wat zijn de kosten? En wat bleek? Na aftrek van de kosten blijft er nog over, voor een gezamenlijk wasmachineabonnement én de bierbezorgservice! Het afgelopen 3 oktoberfeest was zijn mooiste tot nu toe, denk ik.

Meer nieuws